Remmentestbank wordt steeds meer diagnosetool

Remmentestbanken worden steeds vaker voorzien van technologische snufjes, wat ze toelaat om een breder palet aan gegevens op te meten en te communiceren met de gebruiker. Die uitbreiding laat toe om klanten een snellere en uitgebreide diagnose aan te bieden.
Platenbank of rollenbank?
Bij de aanschaf van een remmentestbank dringt zich meteen een belangrijke vraag op: welk systeem kies ik? De keuze valt daarbij uiteen in twee hoofdsystemen: de rollen- of platenbank. De keuzefactoren spitsen zich daarbij vooral toe op de investering: een platenbank vereist quasi geen werken aan de infrastructuur en is een stuk goedkoper. Daar staat tegenover dat de diagnosemogelijkheden een stuk beperkter zijn dan bij rollenbanken. Naast de remkracht en het remkrachtverschil kan een rollenbank ook nog het gewicht, de rolweerstand, de pedaalkracht en de progressiviteit meten. Vaak kan ook de afremming ermee berekend worden. Als u een beperkte investering wil en genoeg heeft aan een pure remkrachtmeting, dan is een platenbank evenwel een prima keuze. Ook het verschil in veiligheid kan aangestipt worden. Niet dat een platenbank onveilig is, maar er wordt wel gewerkt met een bewegend voertuig. Bij de rollenremmentestbank komt het voertuig niet tot nauwelijks van de plaats.

Platenbank kiezen
De beschikbare ruimte is een eerste factor van belang bij de keuze voor een platenbanksysteem. Korte platen zijn prima, maar maken bij bepaalde voertuigen wel de remtest moeilijker. Hou ook rekening met de extra ruimte rondom de platenbank die nodig is om de wagen toe te laten de installatie op te rijden. Daarnaast is ook de hoogte een factor. Wie te hoge platen koopt, zal misschien nog extra moeten investeren in zijstrips. De aanschaf van de iets duurdere platte platen zonder nood aan zijstrips is dan te overwegen. Platen met hoge randen worden wel meer gevrijwaard van olie- en andere vuilresten. Om die reden is ook het plaatmateriaal belangrijk. De meeste fabrikanten leveren ze dan ook in gegalvaniseerd staal of zelfs rvs. De oppervlakte is veelal uitgevoerd in een antislipprofiel. Ook belangrijk is de afdichting waarmee het binnenwerk (lagers, opnemers, sensoren …) beschermd wordt tegen negatieve invloeden. De breedte is een volgende factor. Wie vaak mobilhomes en uit de kluiten gewassen 4x4’s over de vloer krijgt, is gebaat bij een iets bredere uitvoering waarbij de toegestane aslast een stuk groter is.
Meer meetgegevens leiden tot duidelijk zicht op prestaties
Bedieningsgemak
De bediening van een platenbank verloopt relatief eenvoudig. Aandachtspunten zijn onder meer een duidelijke aflezing en bediening en het al dan niet op afstand kunnen aansturen. Vaak wordt een platenbank in combinatie met een pedaalkrachtmeter verkocht.
Conclusie
Een platenbank is eenvoudig en prijstechnisch interessant, maar heeft één groot nadeel: je kan er maar weinig diagnose mee uitvoeren. Het geeft een momentopname weer van een beperkt aantal factoren, maar geeft weinig uitsluitsel over de achterliggende oorzaken van mogelijke problemen. Fabrikanten proberen dat op te lossen door diagnostische software ter beschikking te stellen. Die geeft per gemeten wiel grafisch weer hoe de reminspanning verliep. Uiteraard is dat nog beperkt ten opzichte van een echte diagnose-installatie, maar het biedt wel al een zekere meerwaarde.

Remmentestbank op rollen
Het werkingsprincipe van de remmentestbank is relatief eenvoudig en is gebaseerd op een koppelmeting. De wagen wordt tussen de rollen van de remmentestbank geplaatst. De elektromotor van deze installatie zal de wielen aandrijven via de rollen, zodat ze een snelheid krijgen van ongeveer 5 km/u. Dat is nodig omdat wagens met een ABS- of ESP-systeem anders niet kunnen gemeten worden. De rollen zelf werken apart van elkaar, zodat ze de beide remmen ook apart kunnen meten. Zodra de wagen remt, zullen de elektromotoren die de rollen aandrijven meer weerstand ondervinden. Omdat zij ingesteld zijn om een bepaald toerental te leveren, zullen ze trachten dit te handhaven door meer koppel te leveren. Die koppelverandering wordt via sensoren gemeten en van daaruit kan men een hele rist informatie distilleren: de grootte van de verandering, de snelheid van de reactie, de remkracht, de remafstand, het gewicht, de rolweerstand, de ovaliteit, de pedaalkracht en de progressiviteit en ga zo maar door. Dat faciliteert uiteraard de diagnosestelling.

Uitbreiding tot diagnosestraat
Dat is nog meer het geval als de testbank gecombineerd wordt met een diagnosecenter. In dat geval kan er ook een schokbrekertester, een snelspoortester (die de sporing van het voertuig snel kan controleren), profieldieptemeter en resonantietester (om middels frequentiemetingen de bron van storende geluiden te achterhalen) toegevoegd worden aan de testbank. Nog een stap verder is om ook uitlaatgastesters en koplamptesters te gaan toevoegen. In dit geval spreken we echt over een diagnosestraat, waarbij de klant op korte tijd een uitgebreide en onderbouwde inschatting kan maken over de toestand van zijn voertuig. Dat kan meer omzet opleveren, waardoor de investering zichzelf terugbetaalt.
Keuzefactoren
Ook hier zijn de afmetingen een belangrijke keuzefactor. De technische evolutie van voertuigen zorgt ervoor dat remmentestbanken mee evolueren, want ze moeten meer types aankunnen. Denk aan de systemen met elektronische handrem of eerder de ABS-systemen en de 4x4’s. Een elektronische handrem laat zich bijvoorbeeld moeilijk meten, dus het is handig om op voorhand te weten of uw toestel dit wel kan.
De robuustheid van het geheel is een volgend belangrijk punt. Remmentestbanken worden steeds vaker voorzien van elektronica. Dat is positief, want het laat toe om zaken te meten die vroeger onmogelijk of veel moeilijker te meten waren. Aan de andere kant is elektronica evenwel een stuk gevoeliger voor stof, vocht en andere negatieve invloeden. Fabrikanten reageren daarop door de behuizing van deze onderdelen goed af te dichten en robuust uit te voeren. Een voorbeeld is de pc, die bij enkele fabrikanten vervangen wordt door een ipc (industrial pc) die een betere beschermingsgraad bezit. Het gebruik van dit soort controllers laat overigens toe om alle onderdelen uit een diagnosestraat te koppelen, zodat de gebruiker een mooi globaal beeld krijgt van de toestand van het voertuig. Bovendien bezit de software een zekere intelligentie dankzij voorgeprogrammeerde acties: de wagen wordt op de rollen geplaatst en het programma loopt automatisch door alle stappen en tests.

Een laatste maar belangrijk punt dat we hier vernoemen is de installatie zelf. Fabrikanten leveren veelal de remmentestbank en installeren ook de bijhorende bekabeling en andere randcomponenten, maar de bouwkundige veranderingen moet u zelf voorzien.
WAT MET…
Aanhangwagens?
Ook de remmen van aanhangwagens moeten getest worden. Dat gebeurt met een oploopremsimulator. Door aan het wiel boven op de simulator te draaien, wordt door de koppelingskogel de koppeling ingedrukt. Die kracht (de oploopkracht) wordt gemeten door de remmentestbank. De remkracht kan dan opgevoerd worden tot die haar maximum bereikt, of totdat de remmentestbank afslaat. De bank geeft daarna de afremming aan die aanwezig was toen de oploopkracht 20% van het asgewicht was. Om te voorkomen dat de aanhangwagen uit de bank geremd wordt, wordt die bevestigd aan een ketting om de dissel. De oploopremsimulator wordt bevestigd aan een vloerrail. Daarnaast wordt er vaak met een liftsysteem gewerkt, om o.a. tweeassers correct te kunnen behandelen.
4x4-aandrijvingen?
Een ander puntje is de omgang met 4x4’s. De probleemstelling met deze voertuigen is als volgt: bij 4x4’s is er altijd een overbrenging van kracht via de aandrijfassen die de vier wielen verbinden. Langs deze weg wordt er zowel remkracht als aandrijfkracht tussen de wielen doorgegeven. Stel nu dat op één aandrijfas het ene wiel prima werkende remmen heeft en het tweede niet, dan zal er toch altijd remkracht doorgegeven worden van het goed werkende wiel naar het slecht werkende. Sommige hedendaagse remmentestbanken maken het mogelijk om de motoren van de remmenbank zodanig te regelen dat er geen krachtoverbrenging mogelijk is. De speling tussen de tanden van het differentieel wordt ‘weggeregeld’, zodat er geen mechanische verbinding meer is tussen de wielen. Sommige testbanken beschikken daarnaast over een automatische herkenning voor 4x4-aandrijvingen, zodat de installatie niet meer manueel in 4x4-mode moet worden gezet. Dat is met name interessant omdat er vandaag veel personenwagens met een optionele 4x4 kunnen geleverd worden. Het is dus niet altijd mogelijk om een 4x4 te herkennen puur op merk en type.
