Smeermiddelen voor de voedingsindustrie
Synthetische varianten kwalitatief steeds beter

Machines die voedingsmiddelen, dranken maar ook medicijnen of cosmetica verwerken, worden in vrijwel alle gevallen gesmeerd met voedselveilige of ‘foodgrade’smeermiddelen. In feite ook gewoon industriële smeermiddelen maar dan zodanig van samenstelling dat incidenteel contact met levensmiddelen geen gevaar oplevert voor mensen of dieren bij het consumeren ervan. Deze speciale groep smeermiddelen kende voorheen beperkingen ten opzichte van gewone industriële smeermiddelen. De ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben de verschillen echter steeds kleiner gemaakt waardoor de toepassing van foodgradesmeermiddelen inmiddels bijna gelijk is.
Geen standaard minerale basisoliën
Over het algemeen zijn smeermiddelen niet geschikt voor consumptie. Sterker nog: ze kunnen zeer schadelijk zijn voor de gezondheid; ook bij kleine hoeveelheden. Toch moeten bewegende delen van machines die voedingsmiddelen of medicijnen verwerken óók worden gesmeerd. Hetzelfde geldt voor de compressoren die perslucht genereren voor specifiek deze sectoren. Om die reden zijn er speciale smeermiddelen ontwikkeld die – bij zeer kleine hoeveelheden – geen gezondheidsrisico’s opleveren voor de consument (mens of dier).

Deze smeermiddelen kenmerken zich onder meer door het feit dat er geen standaard minerale basisoliën worden toegepast. Wel toegestaan zijn de doorgeraffineerde minerale basisolie (technische witte olie, medicinale olie), polyalfaolefinen, esters, plantaardige grondstoffen en siliconen. Dezelfde beperkingen gelden voor toevoegingen aan de smeermiddelen zoals indikkers en andere additieven. Hiervoor zijn voldoende geschikte grondstoffen beschikbaar.
Classificatie
Niet iedere machine in alle ruimtes van voedingsproducenten geven even veel risico. Daarom zijn de benodigde smeermiddelen geclassificeerd door NSF International. Deze organisatie is opgericht in 1950 en ‘toegewijd aan het bevorderen van de volksgezondheid door middel van certificeringen en normontwikkeling’. NSF ontwikkelt dan ook normen voor uiteenlopende producten en sectoren waaronder smeermiddelen voor de voedingsindustrie. Zij onderscheiden de classificaties H1, H2 en H3.
H1-smeermiddelen kenmerken zich onder meer door het feit dat er geen standaard minerale basisoliën worden toegepast
NSF H1
De belangrijkste klasse is ‘H1’. Deze groep omvat smeermiddelen die gebruikt mogen worden op locaties waar incidenteel contact met voedsel mogelijk is. Een contaminatie van maximaal 10 ppm is toegestaan, maar het uitgangspunt is 0 (nul). Deze smeermiddelen mogen alleen bepaalde basisstoffen, additieven en verdikkingsmiddelen bevatten zoals gespecificeerd in de FDA-voorschriften in 21 CFR 178.3750. De additieven in H1 moeten voldoen aan de NSF-additieven (HX-1)-vereisten en daarbij smaak-, geur- en kleurloos zijn.
Certificering volgt wanneer de producent van het smeermiddel exact de samenstelling van zijn product opgeeft en al deze bestanddelen als voedselveilig zijn gecertificeerd. Daarbij verplicht de producent zich tevens om de samenstelling niet te veranderen en altijd dezelfde samenstelling te leveren.

Wanneer het product wordt doorontwikkeld en de samenstelling toch verandert, dan zal het – in feite nieuwe – product, opnieuw voor certificering moeten worden aangeboden. Belangrijk om te vermelden is dat het bij dit type certificering een kwestie van vertrouwen is. Er is vanuit NSF bijvoorbeeld geen controle op de samenstelling van het smeermiddel en ook geen controle op het productieproces waaruit zou moeten blijken dat tijdens productie verontreiniging van het smeermiddel door niet-voedselveilige elementen is uitgesloten en geborgd.
De H1-certificering is altijd terug te vinden op het etiket waar de gebruiker duidelijke en niet-misleidende informatie moet kunnen vinden. Hieronder het NSF-registratieteken, de H1-categoriecode en een uniek productregistratienummer. Verder moet er een duidelijke gebruiksaanwijzing beschikbaar zijn én moeten de producten via het etiket traceerbaar zijn naar de fabrikanten.
H2
De volgende categorie omvat de H2-smeermiddelen. Deze mogen uitsluitend worden gebruikt op locaties waar géén contact met voedsel mogelijk is. Vervuiling van voedingsmiddelen met dit type smeermiddel is dus niet toegestaan. De maximale hoeveelheid bedraagt 0 ppm.

Voorbeelden van de toepassing van H2-smeermiddelen zijn vorkheftrucks in een magazijn van een voedingsproducent. H2-gecertificeerde producten zijn daarbij niet alleen te gebruiken als smeermiddelen maar bijvoorbeeld ook als losmiddel of roestwerende laag op apparatuur en machineonderdelen of in gesloten systemen. Deze middelen mogen aansluitend ook geen kankerverwekkende, mutagene, teratogene stoffen, minerale zuren of opzettelijk zware metalen zoals antimoon, arseen, cadmium, lood, kwik of selenium bevatten.
Voorbeelden van de toepassing van H2-smeermiddelen zijn vorkheftrucks in een magazijn van een voedingsproducent
3H
Tot slot zijn in de klasse 3H smeermiddelen opgenomen die als ‘direct contact’ beschouwd worden en in principe in contact mogen komen met levensmiddelen. Toepassingen hiervan zijn onder meer te vinden bij het smeren van snijgereedschappen en afdichtingen of toepassingen waarbij de middelen zijn bedoeld om te voorkomen dat voedingsmiddelen zich aan oppervlakken kunnen hechten.
Daarnaast zijn ze te gebruiken voor het reinigen en voorkomen van roest op bijvoorbeeld haken en karretjes. 3H-producten moeten zijn samengesteld uit voedselveilige oliën, zoals maïs, katoenzaad, soja of minerale oliën. Het maximale contaminatieniveau is hier vastgelegd op 120 ppm.
ISO 21469

Naast certificering conform NSF spelen ook lokale wetgevingen, zoals de EU 1935/2004 en ISO 21469, een rol. De norm ISO 21469 specificeert voorschriften voor de samenstelling, de vervaardiging, het gebruik en het omgaan met smeermiddelen die in contact kunnen komen met voedingsmiddelen.
Om aan deze norm te voldoen, moeten producenten niet alleen aangeven wat de samenstelling van het smeermiddel is (waarbij uiteraard alle elementen als voedselveilig gecertificeerd moeten zijn) maar moeten ook aantonen dat de productomschrijvingen en verpakkingsaanduidingen correct zijn.
Hetzelfde geldt voor het kunnen aantonen dat alle mogelijke maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat tijdens het productieproces vervuiling kan optreden. Hierbij hoort ook een volledige borging van deze maatregelen. Alle elementen die bijdragen aan de kwaliteit en voedselveiligheid van het smeermiddel moeten bovendien zijn gecontroleerd door een onafhankelijke partij in een audit. Vooral dit laatste aspect geeft aan dat ISO 21469 verder gaat dan de eerdergenoemde H1-, H2- en 3H-certificering en hiermee ook een hogere mate van zekerheid geeft.
Steeds meer organisaties gebruiken ISO 21469 als een selectiemiddel in offertetrajecten en bij aanbestedingen. De norm ondersteunt bedrijven tevens bij het identificeren en doorvoeren van verbeterpunten in managementprocessen zodat deze internationaal worden geaccepteerd. Door het optimaliseren van processen helpt de norm tevens om bedrijfs-, productie- en energiekosten te verlagen.
Alternatief gebruik van foodgradesmeermiddelen
De geclassificeerde voedselveilige smeermiddelen zijn niet alleen geschikt voor de voedingsindustrie, maar worden ook regelmatig bewust toegepast in applicaties die in buitenomgevingen werken. Ook hier is het immers ongewenst dat bodem of oppervlaktewater vervuild raken door smeemiddelen die afkomstig zijn van bijvoorbeeld bosbouwmachines, landbouwmachines, kranen, transportmiddelen of kettingaandrijvingen. De belasting voor het milieu door foodgradesmeermiddelen is een heel stuk lager. Wel is het belangrijk dan een variant te kiezen die ook past bij de applicatie met betrekking tot bijvoorbeeld omgevingstemperatuur, belasting en omgevingsomstandigheden waarin vocht en vuil een rol kunnen spelen.
Gebruik van foodgradesmeermiddelen
‘Vroeger’ waren foodgradesmeermiddelen beperkter in het gebruik omdat ze simpelweg geen gebruik konden maken van de eigenschappen van minerale oliën. Dankzij technologische ontwikkelingen is dat verschil echter steeds kleiner geworden. Moderne foodgradeproducten bieden hierdoor inmiddels uitstekende prestaties – ook bij hoge temperaturen, vochtige omgevingen of zware belastingen. Toch blijven er ook toepassingen, zoals bij extreem hoge drukken of open tandwielkasten, waarbij een zorgvuldige afweging noodzakelijk blijft.

Verder zijn er kleine verschillen vast te stellen bij het gebruik van foodgradesmeermiddelen. Doorgaans vereist deze soort kortere smeerintervallen en een nauwkeurige dosering om verspilling en vervuiling te voorkomen. Ook moet er extra aandacht worden besteed aan de hygiëne bij de opslag van deze smeermiddelen.
Zo moeten ze altijd in een aparte ruimte worden opgeslagen zodat ze gescheiden zijn van niet voor levensmiddelen geschikte smeermiddelen en afgewerkte olie. Tevens is het wenselijk dat opslag zoveel mogelijk gebeurt in de oorspronkelijke verpakking. Wanneer foodgradesmeermiddelen moeten worden overgebracht in een ander opslagmiddel, bijvoorbeeld voor afgifte, dan moet deze duidelijk worden geëtiketteerd en mag hij nooit eerder zijn gebruikt voor de opslag van niet-voedselveilige smeermiddelen.
Tot slot gelden de regels voor ‘good housekeeping’ bij de opslag van foodgradesmeermiddelen. In de praktijk betekent dit dat opslagplaatsen voor smeermiddelen altijd netjes en opgeruimd moeten zijn (en blijven). Verpakkingen moeten direct na gebruik weer worden afgesloten en teruggeplaatst. Etiketten moeten zichtbaar en leesbaar zijn en de opslagruimten zelf moeten duidelijk gemarkeerd zijn om aan te geven dat daar alleen smeermiddelen van klasse H1 mogen worden opgeslagen.
Valkuilen
Fouten die gemaakt worden bij het gebruik van foodgradesmeermiddelen hangen in de meeste gevallen samen met een gebrek aan kennis. Een deel van de ‘valkuilen’ overlapt ook het gebruik van gewone industriële smeermiddelen maar soms is de impact bij applicaties die een foodgradesmeermiddel vereisen groter. Bijvoorbeeld wanneer een verkeerd smeermiddel wordt gekozen.

Kiezen voor een standaard smeermiddel in plaats van de foodgradevariant kan in het uiterste geval leiden tot (ernstige) gezondheidsklachten bij de consument. Oplossingen om dit te voorkomen liggen onder andere in het gebruiken van automatische smeersystemen waarbij de controle op de inzet van het juiste smeermiddel dan wel extra belangrijk is.
Tevens vinden bedrijven een oplossing in het toepassen van kleurcoderingen. Food grade heeft dan zijn eigen kleur die zowel terugkomt bij de opslaglocatie en op de verpakking áls bij het smeerpunt zelf. Eventueel is de kleur ook in de onderhoudssoftware te integreren.
De kans op het gebruik van een standaard smeermiddel in foodgradeapplicaties is te verkleinen door kleurcodes
Een andere veelgemaakte fout in het algemeen is het gebruik van te veel of te weinig smeermiddel of te laat smeren. Teveel of te weinig smeren heeft ten eerste effect op de werking van de machine en leidt tot overmatige slijtage of verspilling. Vergeten te smeren met food grade terwijl het verplicht is, kan bovendien leiden tot serieuze non-conformiteit tijdens audits of inspecties. Een specifieke ‘foodgradefout’ is de afwezigheid van documenten en identificatie op basis waarvan het smeermiddel is te traceren. Dit kan de veiligheid in gevaar brengen en zeker bij calamiteiten problemen opleveren.
Trends
Tot slot enkele trends die spelen bij foodgradesmeermiddelen. Zoals in het artikel al doorschemert, zijn er nog steeds ontwikkelingen in de samenstelling van deze speciale smeermiddelen gaande waarmee de eigenschappen steeds meer in de buurt komen van die van standaard smeermiddelen. Zo komen er steeds meer synthetische varianten die uitstekend presteren. Onder meer op het vlak van houdbaarheid en levensduur die toenemen door een verbeterde oxidatiestabiliteit.

Daarnaast zijn de producten beter te verwerken met bijvoorbeeld een pomp; ook bij lage temperaturen. Dezelfde positieve trend bestaat voor de weerstand tegen hoge belastingen wat van belang is omdat ook de ontwikkelingen in de machinebouw niet stilstaan waardoor machines compacter, sneller en complexer worden.
Zéker een trend is de toenemende vraag naar halal- en koosjer-foodgradesmeermiddelen of -producten die vrij zijn van allergenen. Diverse producenten zijn daar inmiddels op ingesprongen en leveren deze varianten ook compleet met certificaat en/of een niet-allergenenverklaring.
Met medewerking van Eurol, Interflon, Optimol Lubrication en Veenema Chemicals