Duurzaamheid en personeelstekort bovenaan carrosserie-agenda
Inzichten in de meest actuele thema’s tijdens symposium van Axalta/ARN
Het jaarlijkse symposium van Axalta en Automotive Repair Network (ARN) stond eind november in het teken van twee actuele kwesties in de sector: verduurzaming en de zoektocht naar personeel. Diverse vooraanstaande gastsprekers deelden hun inzichten met de ruim 100 deelnemers. Het evenement werd afgetrapt door een welkomstwoord van Stefan Van Geert en een presentatie van Jeroen Lissens, head of corporate communications bij BMW.
'Meer dan de rapste en beste wagens'
Dat de communicatieverantwoordelijke van het Duitse automerk het podium beklom, was natuurlijk geen toeval. Net zoals de locatie van het evenement, het BMW Driving Center in Bornem, niet zonder reden was gekozen. Eind vorig jaar werd Axalta nog benoemd tot exclusieve leverancier voor het eigen lakmerk van BMW Group, ColorSystem. De deal is van kracht in 15 Europese landen én in Zuid-Afrika.
Axalta Coating Systems is een toonaangevend, wereldwijd bedrijf dat zich toelegt op de ontwikkeling, productie en verkoop van poeder- en vloeibare lakken. ARN is een internationaal netwerk van gecertificeerde en gecontroleerde schadeherstelbedrijven van België, en het overkoepelende orgaan van de netwerken Five Star, CUI en Repanet.

Lissens warmde de zaal op met het delen van BMW’s toekomstplannen. Zo ambieert BMW Group een premiummerk te zijn op het vlak van duurzaamheid. “We willen meer dan de rapste en beste wagens ontwikkelen. We moeten ook rekening houden met de generaties na ons”, vatte Lissens samen.
BMW streeft naar vermindering van de CO2-uitstoot in de hele waardeketen, in lijn met de doelstellingen uit het akkoord van Parijs. De gebruiksfase van een wagen heeft het grootste aandeel in de uitstoot door BMW Group (meer dan 70%). Om de CO2-voetafdruk te verminderen, is het autobedrijf voornemens om tegen 2030 meer dan 50% elektrische voertuigen te produceren.
Schonere batterijcellen
Ook in de productie en de toeleveringsketen zijn verduurzamingsslagen te maken. Lissens somde diverse maatregelen op die BMW Group neemt. Zo ligt de prioriteit bij de elektrificatie van de aandrijflijn, het overschakelen op hernieuwbare energiebronnen en een efficiënter gebruik van grondstoffen en materialen doorheen de productiecyclus.

Batterijen zijn cruciaal in de elektrificatie. Een deel van de batterijcellen zal worden geproduceerd met behulp van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, waaronder fotovoltaïsche systemen. Het doel is om de uitstoot van toekomstige batterijcellen met 50% te verminderen ten opzichte van de huidige generatie. Daarnaast zal de CMCC gevoed worden met regeneratieve warmte, en wordt het grondstoffenverbruik geoptimaliseerd door de recyclage en het hergebruik van restmaterialen in de productie.
Samenwerking met scholen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent dat een bedrijf niet alleen de verantwoordelijk heeft om zorg te dragen voor het milieu, maar ook voor mensen, zegt Lissens. “Wij willen investeren in banen die toekomstbestendig zijn en in de ontwikkeling van medewerkers.”
Een voorbeeld daarvan is de samenwerking die het BMW-opleidingscentrum in Bornem zoekt met scholen in de regio, waarbij de autofabrikant steeds intensiever bijdraagt aan het opleiden van technisch geschoolden. Lissens: “Om te kunnen veranderen, hebben we specialisten nodig. Het doel is om jongeren op te leiden tot topmecaniciens.“

'War for talent'
De samenwerking met onderwijsinstellingen is een mooi bruggetje naar de presentatie van professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). Die gaat over de aanhoudende zoektocht van werkgevers naar geschikt personeel. De zoektocht verloopt zeker in deze sector namelijk steeds moeizamer. Baert wijt de ‘war for talent’ aan de mismatch tussen veel vacatures en werkzoekenden en het relatief hoge aantal inactieven in België: mensen die niet werken én niet zoeken naar een job.
Nergens in Europa is de krapte zo hoog als in het Vlaams Gewest. Als land scoort in Europa alleen Nederland hoger dan België. Mede dankzij de vergrijzing is de arbeidsmarktkrapte een structureel fenomeen. Schadeherstelbedrijven ondervinden de gevolgen al. Zo beoordeelt de VDAB onder meer de beroepen verzekeringsbeheerder, onderhoudsmecanicien, plaatwerker, (de)monteur, voorbereider en spuiter koetswerk als knelpuntberoepen. Weinig jobs waar zoveel vraag naar is als onderhoudstechnici.
Meer focus op competenties
Om te voorkomen dat de kraptegroei onverminderd doorzet, pleit professor Baert voor het lanceren van een zogenoemd ‘leer- en loopbaanoffensief.’ Dit offensief omvat een reeks beleidsmaatregelen die ervoor moet zorgen dat werkgevers en werkzoekenden elkaar beter vinden, bijvoorbeeld door het doorbreken van sectorverkokering en meer te focussen op competenties in plaats van louter opleiding.
Werkzoekenden die na drie maanden geen job gevonden hebben, zouden volgens de professor arbeidseconomie andere pistes dan hun voorkeursbanen moeten overwegen. Bijvoorbeeld door verplicht een opleiding naar een knelpuntberoep te volgen. “We moeten durven inzien dat een opleiding, of het nu een technische opleiding is of een andere, geen straf is, maar juist een kans om een nieuwe richting uit te gaan.”
Daarnaast moeten werkloosheidsuitkeringen de ontvanger beter aanzetten tot het zoeken van een nieuwe job, bijvoorbeeld door de hoogte van de uitkering de eerste drie werkloosheidsmaanden te verhogen en nadien af te bouwen. Of door het verschil tussen een uitkering en het nettosalaris te verhogen. In het algemeen moet werk fundamenteel aantrekkelijker worden.
Bedrijven kunnen volgens professor Baert ook zelf het nodige doen om ‘kandidaten te verleiden.’ Denk hierbij enerzijds aan de organisatie van het werk, zoals een goede telewerkregeling, een betere werk-privébalans en verbetering op het vlak van autonomie. Anderzijds is het raadzaam om te investeren in cafetariaplannen. Hierbij neemt de koopkracht van werknemers toe door als werkgever zaken aan te kopen die men normaal betaalt met het nettoloon.
We moeten durven inzien dat een opleiding juist een kans is om een nieuwe richting uit te gaan
Bovendien zou employer branding een belangrijk thema moeten zijn. Zo slagen werkgevers die een onderscheidend, consistent en algemeen aanvaard merk weten neer te zetten er beter in om personeel aan te trekken en te behouden dan werkgevers die hier minder goed in slagen, stelt de UGent-professor.
Baerts presentatie komt voort uit onderzoek van UGent @ Work, een interdisciplinair onderzoeksconsortium dat 24 professoren uit zes faculteiten van de Universiteit Gent verenigt en onderzoek doet naar thema’s op het gebied van werk en arbeidsmarkt.
Verduurzaming geen plicht, maar verantwoordelijkheid
Laurent Oliveras, marketingmanager bij Axalta en de laatste spreker tijdens dit symposium, sprak over een andere uitdaging voor carrosseriebedrijven: verduurzaming. “De kern van ons bedrijf is dat duurzaamheid niet zomaar een plicht is, maar een verantwoordelijkheid”, stelt Oliveras, die zijn verhaal kracht bijzette door met de trein te komen.
Oliveras Neemt de zaal mee in de milieuvriendelijkere oplossingen die Axalta aanbiedt, zoals het Fast Cure Low Energy-systeem (FCLE). Deze technologie verhoogt de verwerkingscapaciteit en verlaagt het energieverbruik, waarbij het bedrijf dezelfde kwaliteit lak belooft. De zogenoemde energiescanner vergelijkt de kosten van het huidige laksysteem van een carrosseriebedrijf bovendien met Axalta’s FCE-technologie.

Daarnaast staan duurzame accessoires in de spotlights, zoals gerecycleerde maskeerfolie en een zuiniger reparatiesysteem van kleine kunststofbeschadigingen. Ook gaat de aandacht uit naar de mogelijkheden op het gebied van services die het bedrijf aanbiedt, zoals de ondersteuning bij het monitoren van de energieprestaties van de reparaties die carrosseriebedrijven uitvoeren. De Axalta Academy leert bovendien de lak zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
Het keurmerk Move 2 Green
Het tweede deel van de presentatie gaat over Axalta’s routekaart, die carrosseriebedrijven helpt bij het verkrijgen van het keurmerk ‘Move 2 Green’, ontwikkeld door Cevsimap. Dit keurmerk onderscheidt Europese automotive aftermarketbedrijven met een duurzame, milieuvriendelijke bedrijfsvoering. De routekaart bestaat onder meer uit een onlinevragenlijst om de huidige duurzaamheidsprestaties in kaart te brengen. Vervolgens volgt een analyse met verbetervoorstellen in verschillende categorieën, zoals energie-efficiënte en water- en afvalbeheer.