De danse macabre rond de Waalse laadinfrastructuur
Opiniestuk van Peter Naesen, bestuurder van Naecon bv
Het Rekenhof nam recent het Waalse laadinfrastructuurbeleid onder vuur. Maar de aanbevelingen die daarbij geformuleerd werden, lijken volgens Peter Naesen eerder een danse macabre rond de olifant in de kamer dan een pragmatisch antwoord op de werkelijkheid (zie ook “Waals laadinfrastructuurbeleid onder de loep”).

Of hoe een overheidsinstelling als het Rekenhof de dogmatisch groene EU Green Deal–ICE-ban koppelt aan een opgedrongen nationaal beleid (dat er vooral op gebaseerd is om de geldstroom, die eerst naar de EU vloeit en dan weer terugkomt, van datzelfde Europa in stand te houden) en toekomstperspectieven aanhaalt waarvan de premissen stilaan op een uitdovend kampvuur gebaseerd zijn, zeker nu de VS uit de Akkoorden van Parijs gestapt zijn. Om vervolgens aanbevelingen te doen die eigenlijk een danse macabre rond de olifant in de kamer inhouden.
De investeringen die nodig zijn om vooreerst het elektriciteitsnet te “versterken” (lees: heruitvinden) en om vervolgens een goed uitgekiend netwerk aan laadinfrastructuur te bouwen, moeten van de privésector komen, “ondersteund door de Waalse overheid”. Omdat de overheid, die zelf door de nationale regering, en die weer door de EU, gedwongen wordt om hier werk van te maken, daar enerzijds geen geld voor heeft en daar anderzijds duidelijk ook geen behoefte toe ondervindt. Er wordt zelfs rekening mee gehouden dat de privéactoren economische rendabiliteit laten primeren op “andere bekommernissen van algemeen belang”.
Er is geen data beschikbaar die de behoefte op vandaag of in de toekomst kwantificeert. Het Rekenhof verwijt de Waalse overheid dat het niet over die cijfers beschikt. Zou deze lacune niet voortvloeien uit het feit dat er in Wallonië, waar men heel wat andere economische katten te geselen heeft, geen kwantificeerbare behoefte naar publieke laadpalen bestaat? Of toch zeker niet in de aantallen die men graag aan de EU zou presenteren.
Ik lees dat de proactiviteit en de reactiviteit ontoereikend zijn om het hoofd te bieden aan de onzekerheden in de marktevolutie. Dit is een zin die, mocht ze terug te vinden zijn in het jaarrapport van hun onderneming, elke CEO samen met de CFO een one-way ticket naar de Bahama’s doet boeken, een post-it op het scherm achterlatend: wij komen niet terug.
Wat de EU dus verlangt, is een redundante uitrol van laadcapaciteit waarvan je er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunt van uitgaan dat ze absoluut redundant zal blijven. Daarnaast weet Elia in een lijvig rapport te vertellen dat het tegen 2050 een verdubbeling van de elektriciteitsvraag verwacht, ook als het geen (!) rekening houdt met het 2035-moratorium op ICE. En dat het niet ziet hoe het aan die verdubbeling (zonder 2035!) het hoofd zal kunnen bieden. Dat betekent dat de investeerders in dat redundante laadpaalnetwerk er met evenzeer aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van uit kunnen gaan dat die palen niet van voldoende stroom voorzien zullen worden.
Het hele internationale, en vooral intercontinentale, automotivelandschap, zowel politiek, technologisch als commercieel, evolueert stilaan naar een nieuw evenwicht waarin propere verbrandingsmotoren opnieuw een prominente rol gaan spelen, of die gewoon blijven spelen, naast de EV’s die hun plaats in de markt wel verdienen, maar niet het monopolie. Dat de overheden en het politieke bestel in Europa daar in het hoofd nog niet klaar voor zijn, betekent niet dat de privésector, die de centen moet ophoesten, het bovengenoemde pakket keiharde realiteit niet in hun SWOT-analyses opneemt. Daarbij geteld dat die privésector naar de overheid “die daar geen centen voor heeft” moet kijken als het op zoek gaat naar waarborgen, maakt dat die analyse resulteert in een blad met een grote rode pijl die recht naar de uitgang wijst.
Dat dit niet eens zo’n slechte analyse is, zie ik bevestigd wanneer ik regelmatig de bijna altijd lege laadpaalparken in Vlaanderen observeer en me telkens de vraag stel: hoe kan dit rendabel zijn zonder subsidies? En wat als die subsidies plots wegvallen?
De nieuwe Belgische regering had dit eigenlijk goed begrepen, toen ze de plug-inhybride weer fiscaal interessant wilde maken. Een staaltje realpolitik dat nu eens wijd gedragen toegejuicht werd omdat het van een pragmatiek getuigde die we in de voorbije decennia niet meer hadden aanschouwd. Luidkeels teruggefloten door de EU omdat het als een emmer water op het toch al smeulende groene kampvuur was.
En dus danst men de danse macabre rond de olifant: niemand durft beweren dat de vraag naar laadpalen niet voldoende is, zeker niet in een noodlijdende economie zoals de Waalse, waar de gemiddelde burger er niet aan moet denken om zelfs maar een “goedkopere” EV aan te schaffen en dus met de Euro 4 of 5 blijft rijden. En dat daarom zelfs niemand het initiatief neemt om nog maar te investeren in een studie om de behoefte te kwantificeren.
De hamvraag is: wat met de andere Europese regio’s? Vlaanderen, Frankrijk, Duitsland, Italië, het Iberische schiereiland, de Balkan, waar de eens zo vurige economische toestand eveneens veeleer lijkt op een uitgebrand vreugdevuur? Zit hetzelfde pijnlijke schouwspel daar niet heel dicht onder de oppervlakte, nog net onzichtbaar gehouden door de matte glans van iets meer reserves? De gigantische sommen geld en andere inspanningen die moeten vrijgemaakt worden om de EV-droom er toch door te duwen, zijn voor de meeste van die regio’s onbetaalbaar, en de privé-investeerders waarnaar gekeken wordt, zijn allang gefocust op andere groeimarkten. Bijvoorbeeld: de bewapeningswedloop die de heren Trump, Poetin, Xi Jinping en consoorten over de wereld, en vooral over het op dat vlak noodlijdende Europa, hebben uitgeroepen.
Europa leeft al sinds de Tweede Wereldoorlog onder het beschermende deken dat de VS altijd hebben voorzien. Misschien moeten we paradoxaal genoeg zelfs Trump dankbaar zijn voor het optillen van dat deken in een periode van relatieve vrede in Europa. We ontkennen in Europa al veel te lang dat er een aantal roofdieren naar ons aan het loeren zijn. Niet alleen op militair vlak, maar ook, en al veel langer, op economisch vlak. Wachtend op een teken van zwakte. En laat nu net de Europese EV-droom onze hele economie ondermijnen. En laat de dogmatische halsstarrigheid waarmee de Frans Timmermans-illusie in stand gehouden wordt, die zwakte wijd uitgespreid over het wereldtoneel uitstralen.
Dat een regio als Wallonië niet prioritair met de EV-laadinfrastructuur beslommerd is, zou veeleer moeten opgepikt en aanvaard worden als een tell-tale sign voor een veel dieper liggend probleem. Overal in Europa duiken dergelijke tekenen op. De EU moet dringend ophouden telkens weer een vinger in een nieuw gat te steken om het lekkende mandje dat het ICE-moratorium is te verdoezelen.