Hoe zelf een autoband vervangen?
Een autoband verwisselen is een eenvoudige klus, maar het kan geen kwaad om het in te oefenen. Dan weet je hoe je het op een vlotte en veilige manier kan doen. Lees hier hoe je daarbij te werk gaat.
VEILIGHEID EERST
Een platte band? De eerste reflex is om je richtingaanwijzers aan te zetten en indien mogelijk de auto veilig langs de baan te plaatsen. Verder zet je ook de handrem op en de auto in eerste versnelling om de banden veilig te blokkeren. Voor extra veiligheid kan je ook altijd het tegenoverstaande wiel van de platte band blokkeren met een voorwerp.
Vergeet uiteraard je gevarendriehoek niet! Op de autosnelweg plaats je die op minstens 100 meter afstand, in de bebouwde kom is 30 meter voldoende. Draag ook een veiligheidsjasje, zodat je voldoende zichtbaar bent. Verder zijn handschoenen ook eerder een zegen, zodat je handen niet vuil worden.
RESERVEBAND LOSSEN
Het materiaal om de band los te krikken, ligt in de kofferbak, meestal onder de bodemmat of (zoals bij sommige bestelwagens) opgeborgen achter een klein luikje. Het reservewiel zelf vind je ook in de koffer; bij sommige modellen zit die onderaan de auto bevestigd.
Om de reserveband te lossen, draai je een inbusmoer open en verwijder je de klauw. Mocht het wat spannen, gebruik dan wat kruipolie. Indien nodig, los je eerst de stalen kabel uit de veiligheidspin, zodat je de klauw uit de velg kan halen.
DE PLATTE BAND VERWIJDEREN
Verwijder vervolgens het wieldop. Met een beetje kracht is dat vlug gedaan. Draai vervolgens de bouten van je wiel een slagje los (naar links). Krijg je écht geen beweging in de bouten? Gebruik dan een heel klein beetje kruipolie. Het zal wonderen doen. Maar kuis nadien zeker goed af met een vod, zodat je de bouten nadien ook nog stevig genoeg kan doen aanspannen.
Haal de krik erbij, maar plaats hem niet om het even waar. Onderaan je auto zijn er verstevigde contactpunten voorzien waar je de auto mag opkrikken. Je ziet het aan de hand van een kleine inkeping. Raadpleeg indien nodig je instructieboekje om te weten op welke plek je mag opkrikken.
Krik dan de wagen op tot het wiel van de grond los komt. Controleer nog eens of de band wel van de grond is, maar doe dit nooit met je handen. Neem er de kriksleutel bij en kijk of je hem onder de band kan schuiven. Lukt dit, dan is de auto voldoende omhoog gekrikt.
De bouten waren al een slagje los gemaakt, maar nu kan je ze volledig losdraaien. Leg ze ergens in het zicht, zodat je ze niet verliest. De lekke band mag er dan af. Gegarandeerd zal het je nooit lukken om die zomaar in één beweging van de wielnaaf te trekken. Een goede schop doet wonderen (maar met zo'n stevige veiligheidsschoen is dat natuurlijk wel makkelijk praten).
BANDEN WISSELEN
Eenmaal de lekke band eraf is, leg je hem onder de auto en wissel je die met de nieuwe band. Dit is puur uit veiligheid: mocht er iets gebeuren, dan valt de auto op de band en niet op zijn velg.
NIEUWE BAND BEVESTIGEN
Het nieuwe wiel bevestigen is een beetje prutsen. Mik één boutgat op de hoogte van een bout en dan valt hij al veel makkelijker op zijn plaats. Misschien moet je de wagen een klein beetje hoger krikken, omdat het nieuwe wiel hoger komt dan het wiel met de lekke band.
Monteer vervolgens de bouten en span ze eerst een beetje handmatig aan. Draai alles voorlopig vast met de sleutel.
Berg dan het reservewiel op. Is dat gebeurd? Dan mogen de bouten nu nog wat steviger worden aangedraaid. Doe dit wel kruislings, zodat het wiel goed op het wielnaaf wordt bevestigd. En draai uiteraard opnieuw met de klok mee. Vergeet daarbij uiteraard niet het wieldop opnieuw te bevestigen.
