NEDERMAN DRAAGT BIJ AAN GROENE STELPLAATS DE CRUTZEN
Hypermoderne infrastructuur
In een wereld in verandering betekent stilstaan achteruitgaan, en dat heeft vervoersmaatschappij De Lijn als geen ander begrepen. Daarom vatte men in 2014, in het kader van het Spartacusproject, het plan op om in Hasselt een gloednieuwe stelplaats neer te poten, om zo het omvangrijke Limburgse buspark in optimale conditie te kunnen houden. Sinds de inhuldiging in september 2017 fungeert Stelplaats De Crutzen als hét uithangbord bij uitstek voor de Vlaamse vervoersmaatschappij, het groene toonbeeld voor de objectieven die De Lijn zich stelt. En die situeren zich, naast bijdragen aan een oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk, ook vooral op het vlak van energie-efficiëntie van zowel de eigen gebouwen als de vloot. Om dit te bewerkstelligen, spreekt het voor zich dat men ook over de aangewezen faciliteiten hoort te kunnen beschikken. We spraken met Gustaaf ‘Staf’ Vandenbruaene, Hoofd Onderhoudscentra Bus regio Noord bij De Lijn.
NOOD AAN NIEUWE FACILITEITEN
Oude stelplaats verouderd
Tot voor 2017 was het zenuwcentrum van De Lijn Limburg gelegen aan de Grote Breemstraat, vlak bij het Hasseltse station.
“Echter, ondanks de charme was het al een tijdje duidelijk dat het onderhoudscentrum ginds steeds meer gedateerd was geraakt en dat de dienst onderhoud stilaan nood had aan een grotere en meer geavanceerde locatie”, steekt Staf Vandenbruaene van wal.
"Ondanks de charme was het al een tijdje duidelijk dat het oude onderhoudscentrum steeds meer gedateerd was geraakt"
De Lijn als huurder
De oplossing zou er uiteindelijk komen aan de hand van een pps/DBFM-formule, een publiek-private samenwerking met verschillende verantwoordelijkheden voor het ontwerp (design), de bouw (build), de financiering (finance) en het onderhoud (maintain) van het gebouw. Initieel werd een lastenboek opgesteld met de technische omschrijving van alle voorzieningen nodig voor de goede werking van de stelplaats. De pps-beheerder, echter, van wie De Lijn de faciliteiten huurt voor een duurtijd van 25 jaar, was vrij de eisen in dit lastenboek in te vullen naar wens.
“Een gangbare procedure”, zo klinkt het volgens Vandenbruaene. “Ook voor andere investeringen, van banden over brandstoffen en oliën tot de bussen zelf, kan De Lijn enkel de eisen beschrijven waar iets aan moet voldoen, waarna men via openbare aanbestedingen probeert tegemoet te komen aan deze eisen.”
Energie-efficiëntie en duurzaamheid
De eisen die De Lijn bij de oplevering van het gebouw had inzake energie-efficiëntie, waren niet min, zo klinkt het.
“De Lijn wenst altijd een voortrekkersrol in te nemen, en dus was het een evidentie dat ook de nieuwe gebouwen volledig conform deze visie zouden zijn, bijvoorbeeld op energie-technisch vlak. Zo wordt de hele site zowel verwarmd als gekoeld aan de hand van een geothermische warmtepomp en is er ook een biologische waterzuiveringsinstallatie, waardoor het gebruikte water voor een groot deel kan worden gerecupereerd. Op dit moment is De Crutzen de meest moderne stelplaats en werkplaats van De Lijn, al is men momenteel ook bezig met de bouw van een ecologische stelplaats in Ieper”, zo vertelt Vandenbruaene.
5S-MANAGEMENTFILOSOFIE
In een moderne, nette omgeving lijkt iedereen meer bereid om een inspanning te leveren om alles net en overzichtelijk te houden, en dat is in stelplaats De Crutzen niet anders.
“Hiertoe doen we een beroep op 5S, een managementfilosofie die staat voor Sorteren, Schikken, Schoonmaken, Standaardiseren en Standhouden. Het is een structuur die drie jaar geleden in alle onderhoudscentra van De Lijn werd uitgerold en die ook wij bij de verhuizing van de oude naar de nieuwe stelplaats aangrepen om een inventaris op te stellen met wat er zoal voorhanden was, maar vooral ook wat er overbodig of kapot was”, vertelt Vandenbruaene.
“Vervolgens moeten afspraken ervoor zorgen dat de werkplaats overzichtelijk en bovenal werkbaar zou blijven. Wanneer iemand bijvoorbeeld een bepaald toestel of de slagmoersleutel van de bandenkar neemt, moet die persoon zelf de discipline hebben om dit toestel terug te plaatsen of, indien nodig, opnieuw in te pluggen in het laadstation. Of men moet de werkplaats meteen weer proper maken wanneer een bus na het onderhoud wordt buitengereden. Logischerwijs kwam er aanvankelijk wat weerstand bij de implementatie van deze filosofie, vooral dan bij mensen die al 20 of 30 jaar op dezelfde manier werkten. Maar ook zij draaiden uiteindelijk relatief snel bij: ‘Dat is toch wel een gemak ...’ Het vergt zeker discipline en er komt wat sociale controle bij kijken, maar het resulteert in minder irritatie en meer tijdwinst.”
MEER OVERZICHT & MINDER VERSPILLING
Olieverdeelstations
Door het systeem van openbare aanbestedingen is de vloot van De Lijn opgebouwd uit diverse merken en uitvoeringen van bussen. Om aan het onderhoud van iedere bus afzonderlijk te kunnen tegemoetkomen, wordt er per voertuigtype een specifieke onderhoudsfiche opgesteld op basis van de voorschriften van de respectievelijke constructeur.
“Iedere bus mag dan wel iedere 15.000 km aan een onderhoudsbeurt worden onderworpen,” vertelt Vandenbruaene. “maar gezien de diversiteit aan voertuigen, is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat type A een andere soort motorolie behoeft dan type B of dat de transmissievloeistof simpelweg vroeger moet worden ververst. Ook zijn er intussen drie verschillende koelvloeistoffen in gebruik, maar aangezien additieven in deze coolants bij onoordeelkundig gebruik wel eens kunnen leiden tot problemen, is het best om zich te houden aan de voorschriften van de constructeur. Zo ook bij de oliën voor aandrijfassen.” Om klaarheid te kunnen scheppen in dit kluwen aan variaties, verzocht De Lijn in het lastenboek om overzichtelijke olieverdeelstations. De keuze van de pps-beheerder ging uiteindelijk uit naar het merk Nederman.
De juiste olie en de juiste hoeveelheid
“De olieverdeelstations met hun 10 tot 13 zelfoprollende slanghaspels voor oliën en perslucht en twee kabelhaspels voor elektriciteit zorgen ervoor dat onze onderhoudsmensen eender welk type olie, maar ook perslucht en stroom, binnen handbereik hebben. Bovendien wordt ook precies de juiste hoeveelheid geleverd, waardoor er dus geen verspilling is en ook de werkplaats netjes blijft. Concreet is de onderhoudstechnicus door het systeem zeer snel in staat om aan de hand van de onderhoudsfiche elke bus, ongeacht het merk of model, van de juiste olietypes te voorzien."
"De onderhoudstechnicus is door het systeem zeer snel in staat om aan de hand van de onderhoudsfiche elke bus, ongeacht het merk of model, van de juiste olietypes te voorzien"
GEZOND BINNENKLIMAAT
Lasrook- en schuurstofafzuiging
“De carrosserieafdeling hier in Hasselt is, vermoed ik, de grootste van De Lijn in Vlaanderen”, vertelt Vandenbruaene. “Naast werkzaamheden aan het chassis van de bussen worden in een andere afdeling van De Crutzen ook versnellingsbakken aan een revisie onderworpen. Er moet met andere woorden geregeld geschuurd en gelast worden, en ook voor die werkzaamheden draagt De Lijn veiligheid en een aangename atmosfeer hoog in het vaandel.”
Net zoals andere zaken werd dit aspect dan ook nadrukkelijk geduid in het lastenboek. Ook voor deze systemen viel de keuze niet geheel onverwacht op het merk Nederman. “Zo beschikken we in de smidse over een grote centrale dampkap (1,5 x 1,5 meter) die ervoor zorgt dat lasrook onmiddellijk wordt afgevoerd, terwijl gefilterde lucht het lokaal binnenkomt. Verder zijn er voor kleine werkzaamheden met TIG of halfautomaat ook mobiele rookafzuigingsunits voorhanden en beschikken we in een ander lokaal nog over een vaste afzuigarm met afzonderlijke filter.”
Afzuiging van roetdeeltjes
Ook in het roetfilterlokaal – waar filters worden verhit waarop de roetdeeltjes nadien uit de filter kunnen worden geblazen – voorzag Nederman een voldoende hoog afzuigdebiet in de trommels, zodat roetpartikeltjes niet in contact kunnen komen met de werknemer.
Rookgasafvoer
Tussen de werkstanden vallen – naast de olievulstations – ook de grote blauwe haspels op: de rookgasafvoer. Wanneer een bus aan een periodiek onderhoud wordt onderworpen, moeten deze slangen bij het proefdraaien van enerzijds de motoren en anderzijds de standkachels verhinderen dat schadelijke uitlaatgassen de ruimte zouden kunnen vullen. Het enige wat men hiervoor dient te doen, is de centrale ventilator middels een afstandsbediening aanzetten. Vanaf dan kan iedere van de in totaal 20 (respectievelijk 8, 9 en 3) slangen afzonderlijk en automatisch worden geactiveerd, zodra iemand deze ontrolt. Hierdoor kunnen uitlaatgassen onder een debiet van 800 m³ per afzuigpunt worden afgezogen. Per afzuigkanaal wordt de onderdruk continu opgemeten, waardoor een snelheidsregelaar het vereiste debiet per slang kan voorzien, in relatie tot het aantal afzuigpunten dat op dat moment in gebruik is. Wanneer de slang na gebruik opnieuw wordt opgerold, wordt de klep opnieuw automatisch afgesloten. Zo wordt verhinderd dat omgevingslucht (en dus ook warmte tijdens de winterperiode) naar buiten wordt afgevoerd. De voordelen van de centrale ventilator met geluidsomkasting en snelheidsregelaar zijn:
- Een constante afzuiging aan de afzuigmond;
- Een grote energiebesparing;
- Een lagere mechanische belasting van de ventilator;
- Een lager geluidsvolume in het afzuigsysteem.
Nu rest enkel nog de vraag in hoeverre de rookgasafzuigingsinstallatie haar levensduur zal kunnen volmaken, aangezien De Lijn de jongste vier jaren nadrukkelijk inzet op hybride of zelfs volledig elektrische bussen, voertuigen die met andere woorden … geen uitlaatgassen produceren en ook minder onderhoud behoeven. Stelplaats De Crutzen toont met haar state-of-the-artvoorzieningen in elk geval aan dat De Lijn duurzaamheid, ecologie en energie-efficiëntie niet enkel bij de hele vloot aan voertuigen in rekening neemt, maar ook bij de infrastructuur van de stelplaatsen!