DE ELEKTRISCHE WAGEN
ALS BRANDBLUSSER VOOR ONZE PLANEET
EV'S SLECHTS ZO SCHOON ALS HUN STROOMVOORZIENING
Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) stelt dat er vanaf 2040 geen plaats meer zal zijn voor de verbrandingsmotor als we willen voorkomen dat de gemiddelde mondiale temperatuur met meer dan 1,5 graden stijgt. Tijdens de 21e conference of the parties in Parijs werd het heel duidelijk dat er op korte termijn actie moet worden ondernomen om het hoofd te bieden aan de dreigende klimaatverandering. Om de planeet een kans te geven is toen afgesproken om te proberen de al stijgende temperatuur 'ruim onder' de 2 °C te houden. Hiervoor is echter een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van broeikasgassen vereist. Aangezien de transportsector verantwoordelijk is voor ongeveer 23 procent van de wereldwijde energiegerelateerde broeikasgasemissies, is dit een logische sector om de zoektocht naar alternatieven in te zetten.
DE ELEKTRISCHE (R)EVOLUTIE
28 procent, dat is de toename in het energieverbruik en de CO2-uitstoot van het vervoer sinds het jaar 2000. Aangezien het particulier voertuigbezit nog steeds stijgt, zal dit cijfer op korte termijn geen neergang kennen. Er is dan ook dringend behoefte aan een 'modal shift' en gelukkig voor ons staat de technologische ontwikkeling niet stil. In de afgelopen jaren zijn wetenschappers er in samenwerking met ondernemers in geslaagd om elektrische voertuigen (EV's) te ontwikkelen die ons straatbeeld snel zouden kunnen transformeren. Omdat vervoer een basis vormt voor onze samenleving en economie en als zodanig een permanente afhankelijkheid vormt, zouden we wel eens oog in oog kunnen staan met een langetermijnoplossing voor onze oververhitte planeet. Toch mogen er nog geen overhaaste conclusies worden getrokken. Hoewel elektrische voertuigen de meest voor de hand liggende oplossing lijken om het olieverbruik te verminderen, de uitstoot terug te dringen en uiteindelijk onze planeet te redden, is er nog steeds ruimte voor verbetering.

Ruimte voor verbetering
Zo zijn EV's vandaag nog steeds erg duur en hebben ze een beperkt rijbereik waardoor de verkoop van dergelijke voertuigen voorlopig beperkt is. Volgens het 'global EV outlook 2017' vertegenwoordigen EV's slechts 0,2% van het globale voertuigbestand en dit is vanzelfsprekend niet voldoende om de globale broeikasgasemissie van de transportsector te verminderen. Beleidsondersteuning en overheidssubsidies zijn zeker nodig voor de verdere ontwikkeling van elektrische voertuigen. Zonder zou het zo goed als onmogelijk zijn om de kosten te verlagen en EV's concurrentieel te maken. Immers, wanneer de kosten voor elektrische wagens worden verlaagd, kunnen deze aantrekkelijk worden voor een groter publiek, wat betekent dat de vraag zal toenemen en de kosten uiteindelijk zullen dalen.
Electric vehicle initiative
'The electric vehicle initiative' tracht eveneens bij te dragen tot deze elektrische (r)evolutie. De organisatie hoopt in 2020 20 miljoen elektrische auto's op de markt te brengen. Dat is het aantal voertuigen dat nodig is om op koers te blijven voor de klimaatdoelstellingen die in Parijs zijn vastgesteld. Ondertussen zijn er belangrijke tekenen van verandering zichtbaar in een aantal landen, waaronder China, waar EV's, dankzij een beleid dat gericht is op de vermindering van de stedelijke vervuiling, hun marktaandeel veiligstellen.
GROENE ELEKTRISCHE WAGENS
Teneinde de planeet een kans te geven en de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, moet de vervoerssector drastisch veranderen. Zoals eerder vermeld zouden elektrische auto's een deel van de oplossing kunnen zijn, maar om 'groene' elektrische auto's te verkrijgen, moeten hun brandstof- en brandstofsystemen dat ook zijn. Elektrische auto's zijn immers slechts zo schoon als hun stroomvoorziening. Hoewel EV's geen schadelijke stoffen uitstoten, blijft de productie van de elektriciteit die nodig is om ze op te laden wel broeikasgassen produceren. Om een groen wagenpark te bekomen is het dus noodzakelijk om het probleem bij de bron aan te pakken.
Omschakeling naar hernieuwbare energie
Volgens het Europees Milieuagentschap (EMA) zal een groter aantal elektrische voertuigen niet voldoende zijn voor de overgang naar een 'koolstofarme samenleving', maar kunnen ze wel het begin zijn van een gedeeltelijke omschakeling naar hernieuwbare energie. Fossiele brandstoffen domineren nog steeds de transportmarkt, waardoor de transport- en elektriciteitssector mijlenver uit elkaar liggen. Met het stijgende aandeel van hernieuwbare energie doet zich echter een nieuwe kans voor om deze twee sectoren met elkaar te verbinden. Immers, hoe meer elektrische auto's er rondrijden, hoe meer elektriciteit er nodig zal zijn en hoe belangrijker het zal zijn voor onze planeet om deze energie af te leiden van hernieuwbare bronnen. Zo zal de overstap naar een elektrisch wagenpark niet alleen leiden tot een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, maar uiteindelijk ook tot de geleidelijke invoering van groenere en hernieuwbare energiebronnen.

(© European Environment Agency)
VAN DE WIEG TOT HET GRAF
Om het elektrische voertuig als mogelijke oplossing voor de opwarming van de aarde te promoten, is een volledig overzicht van de voor- en nadelen van dit soort voertuigen vereist. Ook elektrische auto's moeten immers worden geproduceerd en zullen uiteindelijk aan het einde van hun levenscyclus komen. Deze procedures brengen ook een potentiële bedreiging voor het milieu met zich mee en volgens een studie van het EMA blijken elektrische auto's in termen van productie en sloop zelfs vervuilender te zijn dan conventionele voertuigen.
Productie
Ten eerste kost de productie van elektrische wagens, door de ontwikkeling van het elektrische motorsysteem en de accu's, 70 procent meer energie dan de productie van conventionele voertuigen. Hogere intensiteitseisen betekenen een hogere uitstoot van broeikasgassen waardoor het milieuvriendelijke karakter van een elektrische auto opnieuw twijfelachtig wordt. Ten tweede hebben EV's voor hun productie een heel andere reeks materialen nodig waarvan er vele slechts in beperkte hoeveelheden beschikbaar zijn. Het is dan ook de vraag of deze materialen de stijgende verkoop van EV's zullen ondersteunen. Ten derde zijn deze materialen niet overal ter wereld verkrijgbaar. Ze zijn beperkt tot een bepaald deel ervan en zullen daarom transport nodig hebben om bij hun productiebasis te komen, wat opnieuw leidt tot meer broeikasgassen.
Sloop
In termen van sloop onderscheiden elektrische auto's zich van conventionele auto's door de extra elektrische componenten die moeten worden gerecycled of vernietigd. Op dit moment is er nog geen grootschalige recuperatie van accu's en dit probleem zou moeten worden opgelost voordat EV's mainstream worden. Een oplossing zou echter kunnen liggen in het gebruik van de zogenaamde 'closed-loop'-recyclesystemen waarbij de autofabrikanten verantwoordelijk worden voor de recyclage en het hergebruik van de batterijen.
Nadelen compenseren
Het Europees Milieuagentschap kwam in haar studie ook tot de conclusie dat hoe sneller de markt voor elektrische voertuigen zich ontwikkelt, hoe minder vervuilend de genoemde procedures zullen zijn. Zij berekenden dat de hierboven vermelde nadelen zullen worden gecompenseerd door de verminderde uitstoot van een EV tijdens zijn levensduur. Een belangrijke kanttekening is echter dat de energie die wordt gebruikt om EV's aan te drijven uit hernieuwbare bronnen moet komen.
NIET OF, MAAR WANNEER
Als we niet willen dat de gemiddelde mondiale temperatuurstijging boven de 1,5 graden uitkomt, moeten we de elektrische auto gebruiken als metaforische brandblusser voor onze planeet. Mits de aanpassing van enkele belangrijke procedures met betrekking tot de opwekking van onze elektriciteit, kunnen EV's een antwoord bieden op het klimatologisch probleem. Daarnaast is het ook noodzakelijk om de EV bij het grote publiek te promoten om zo de technologiekosten te kunnen verlagen. Hoe sneller de elektrische wagen terrein wint, hoe sneller hij zijn eigen gebreken oplost. Het is dus niet de vraag of de doorbraak van de elektrische wagen er komt, maar eerder wanneer.