Nieuwe VS-heffingen zetten mondiale auto-industrie onder druk
De aankondiging van de Amerikaanse regering om met ingang van 3 april een importheffing van 25% op buitenlandse auto’s en onderdelen in te voeren, veroorzaakt wereldwijd beroering. Zowel Europese beleidsmakers als internationale autofabrikanten reageren bezorgd op deze verregaande maatregel die de spanningen binnen het mondiale handelsklimaat opnieuw doet oplaaien.
Europa uit stevige kritiek
De Europese Commissie en sectororganisatie ACEA (European Automobile Manufacturers’ Association) reageren unaniem kritisch op de beslissing van de Amerikaanse president. Volgens Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, ondermijnt deze beslissing de nauwe economische verwevenheid tussen de EU en de VS, met name in de automobielsector, waar trans-Atlantische toeleveringsketens al decennialang nauw verweven zijn. "Heffingen zijn belastingen – slecht voor bedrijven, nog slechter voor consumenten, zowel in de VS als in Europa", aldus von der Leyen.
Sigrid de Vries, directeur-generaal van ACEA, wijst erop dat Europese fabrikanten al jarenlang fors investeren in de Amerikaanse markt. "Meer dan de helft van de auto’s die Europese merken in de VS produceren, zijn bestemd voor export. Deze productie ondersteunt niet alleen lokale werkgelegenheid, maar levert ook een positieve bijdrage aan het Amerikaanse handelsoverschot", stelt De Vries. "De importheffingen treffen dus niet alleen buitenlandse producenten, maar ook de Amerikaanse industrie zelf."
Een mondiale impact
De impact van de maatregel beperkt zich niet tot Europa. Ook andere belangrijke auto-exporterende landen reageren ontstemd. De Japanse en Zuid-Koreaanse regeringen riepen onmiddellijk spoedvergaderingen bijeen om de gevolgen te analyseren. De Canadese premier Mark Carney sprak van "een directe aanval op het handelsakkoord USMCA" (de opvolger van NAFTA) en kondigde mogelijke vergeldingsmaatregelen aan.
Volgens analisten kunnen de tarieven de prijs van auto’s op de Amerikaanse markt met duizenden dollars opdrijven. Niet alleen volledig geïmporteerde voertuigen worden belast, ook onderdelen zoals motoren en transmissies vallen onder de nieuwe regeling. Hierdoor zullen ook voertuigen die in de VS geassembleerd worden – maar afhankelijk zijn van buitenlandse componenten – fors duurder worden om te produceren.
Uit cijfers van S&P Global Mobility blijkt dat in 2024 ongeveer 4 miljoen voertuigen in Mexico werden gebouwd, waarvan 2,5 miljoen naar de VS werden geëxporteerd. Ook Canada is een belangrijke leverancier: van de 1,3 miljoen Canadese auto’s ging 86% richting Amerikaanse dealers. Die stroom dreigt nu onder druk te komen staan.
Dreun voor de toeleveringsketen
De VS heeft zelf een sterke, maar eveneens onderling afhankelijke auto-industrie. Jaarlijks exporteert het land voor bijna $64 miljard aan auto-onderdelen naar Canada en Mexico. Indien assemblagefabrieken in die landen tijdelijk sluiten als gevolg van de tarieven, zullen ook Amerikaanse toeleveranciers geraakt worden. Deze sector stelt ongeveer 550.000 mensen te werk, bijna het dubbele van het aantal werknemers in de assemblagesector.
Bovendien kunnen vergeldingsmaatregelen van handelspartners gevolgen hebben voor de Amerikaanse uitvoer: in 2024 werden bijna 1 miljoen voertuigen vanuit de VS geëxporteerd naar Canada en Mexico. Eventuele tegenheffingen kunnen ertoe leiden dat Amerikaanse autofabrieken productie moeten terugschroeven.
Binnenlandse reacties verdeeld
Binnen de VS zelf zijn de reacties gemengd. De grote binnenlandse spelers – Ford, General Motors en Stellantis – werden vooraf geïnformeerd over de plannen en reageerden aanvankelijk terughoudend positief, gezien hun productiecapaciteit op Amerikaanse bodem. Toch kelderden de aandelenkoersen van alle drie na de bekendmaking.
De Amerikaanse vakbond UAW (United Auto Workers) daarentegen is uitgesproken positief. Voorzitter Shawn Fain noemde de maatregel "een historische correctie van decennialange mislukte handelsakkoorden" en prees het voornemen om productie terug naar de VS te halen.
Vooruitzichten
Hoewel president Trump stelt dat de tarieven bedoeld zijn om "de binnenlandse productie te stimuleren", wijzen veel experts op de complexiteit van de mondiale auto-industrie. Een volledige herlokalisatie van productieprocessen is niet alleen logistiek uitdagend, maar ook economisch inefficiënt. Daarnaast bestaat het risico dat consumenten geconfronteerd worden met minder keuze en hogere prijzen.
De Europese Unie en andere getroffen landen hebben voorlopig nog geen concrete vergeldingsmaatregelen aangekondigd, maar gaven wel aan hun opties grondig te overwegen. De komende weken zullen cruciaal zijn voor de toekomst van de trans-Atlantische handelsrelaties én voor de stabiliteit van de wereldwijde automarkt.