Onder de grens van 7 °C maken winterbanden het verschil
Een winterband kenmerkt zich door zachtere rubbersamenstelling en ander profielontwerp
Wanneer de temperaturen dalen en de wegen verraderlijk glad worden, komt de discussie jaarlijks weer op gang: overschakelen op winterbanden of niet? Als je klanten skiplannen hebben, is de keuze al voor hen gemaakt, want in zowat alle typische wintersportlanden is het gebruik ervan verplicht. Eigenlijk zegt dat genoeg. Bij koude omstandigheden zijn winterbanden, gezien het duidelijke verschil in remafstand, simpelweg de veiligste keuze. Maar wat maakt een winterband technisch anders dan een zomerband of een allseasonband? In dit artikel gaan we dieper in op de verschillen in rubbersamenstelling en profielopbouw, de twee voornaamste verklaringen voor die extra grip op een koud of besneeuwd wegdek.

De veilige keuze
Winterbanden gedragen zich anders in barre weersomstandigheden dan zomer- of allseasonbanden. Dat merk je vooral aan de korte remafstand op een koud of besneeuwd wegdek. Cijfers noemen is altijd wat gevaarlijk, omdat twee situaties nooit helemaal hetzelfde zijn en er altijd een waaier aan parameters meespeelt. Anderzijds maken ze de dingen wel concreet.
Om die reden doen we het toch, zij het met de spreekwoordelijke slag om de arm: bij een snelheid van 50 km/u op een besneeuwde weg zal de remafstand in het geval van een winterband ongeveer 25 meter bedragen. Een wagen op een allseasonband zal in diezelfde omstandigheden na circa 28 meter tot stilstand komen en een zomerband heeft daarvoor 43 meter nodig. Dat zijn duidelijke verschillen, die in verkeerssituaties een grote impact kunnen hebben.
De 3PMSF-markering is de enige echte winterbandgarantie
Daarbij komt nog dat winterbanden, naast die kortere remafstand, ook voor meer zijdelingse grip zorgen. Bestuurders zullen dat zeker voelen tijdens een bruusk uitwijkmanoeuvre. Het is dus verre van toevallig dat ervaringsdeskundigen zoals de Scandinavische landen het gebruik van winterbanden verplichten, en ook typische wintersportoorden als Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en Italië dat doen.
Nog een interessant weetje voor je klanten met skiplannen: alleen de aanwezigheid van het sneeuwvloksymbool (3PMSF-markering) garandeert dat de banden voldoen aan de prestatie-eisen die Europa aan winterbanden oplegt. Dat is ook de reden waarom niet alle landen banden met alleen het M+S-teken, dat staat voor modder en sneeuw, als winterbanden aanvaarden.

Rubbersamenstelling
Winterbanden zijn geen marketingtruc, maar een technologisch geoptimaliseerd product voor veiligheid in koude en gladde omstandigheden. In vergelijking met bijvoorbeeld zomerbanden beschikken winterbanden over een aantal specifieke aanpassingen die in het teken staan van een betere grip op sneeuw en op een koud wegdek. Een van die aanpassingen is de toepassing van een compound of rubbersamenstelling die ook soepel blijft bij lagere temperaturen. De soepelheid beïnvloedt immers niet alleen de rolweerstand, maar uiteindelijk ook de grip.

Soepel blijven
Wanneer een band tijdens het rijden in contact met de weg komt, vervormt het rubber en wordt er energie opgeslagen. Daarna zal het rubber vanzelfsprekend terugveren. Maar niet alle opgeslagen energie zal daarbij ook worden teruggegeven. Een deel gaat verloren als warmte. Dat energieverlies veroorzaakt rolweerstand. Hoe stugger de band, hoe moeilijker het rubber zich laat vervormen en hoe hoger de rolweerstand.
Dat kan je goed merken aan het brandstofverbruik, want de verloren energie en de gestegen rolweerstand moeten natuurlijk gecompenseerd worden. Tegelijkertijd verliezen de banden grip op de weg. Als je weet dat rubber onder de 7 °C doorgaans stugger en stijver wordt, dan heb je meteen door waarom bandenfabrikanten moeten ingrijpen om het rubber ook bij lage temperaturen soepel te houden.
Aangepast recept
Rubber is temperatuurgevoelig, en de mate van stijfheid of flexibiliteit bij verschillende temperaturen is dus cruciaal voor grip en veiligheid. Dat hebben we net uitgelegd. Winterbanden zijn geoptimaliseerd voor temperaturen onder de 7 °C. De precieze samenstelling verschilt uiteraard van fabrikant tot fabrikant, maar in vergelijking met zomerbanden merken we toch een aantal overeenkomsten:
- hoger aandeel natuurlijk rubber: blijft soepeler bij lage temperaturen dan synthetisch rubber;
- meer silica (siliciumdioxide): verbetert grip op nat en besneeuwd wegdek en verlaagt de rolweerstand; verhoogt ook de elasticiteit bij koude temperaturen;
- grotere hoeveelheid weekmakers (zoals harsen en oliën): zorgen ervoor dat de compound niet uithardt bij lage temperaturen.
Binnen de categorie van winterbanden heb je dan nog diverse gradaties van zachtheid. De rubbersamenstelling van Nordic-winterbanden, bijvoorbeeld, is nog een stuk zachter dan die van de standaard winterbanden die in de rest van Europa worden gebruikt. Dat hangt logischerwijs volledig samen met de weersomstandigheden, die in het hoge Noorden nog veel extremer zijn dan bij ons.

Profieldiepte en -patronen
Naast de rubbersamenstelling is het loopvlakprofiel – dat wil zeggen de groeven en blokken in het bandoppervlak – een tweede belangrijk wapen in de strijd van fabrikanten tegen wegslippende wagens in de sneeuw. Het profiel van winterbanden is namelijk ontworpen om sneeuw vast te houden, omdat sneeuw-op-sneeuwcontact meer grip geeft dan rubber-op-sneeuw. Tegelijk voeren de specifieke patronen in de winterbanden het water van de smeltende sneeuw op een efficiënte manier af.
Sneeuw-op-sneeuwcontact geeft meer grip dan rubber-op-sneeuw
Daarbovenop kenmerken winterbanden zich door een groter aantal bijtende profielblokranden en een hogere lamellendichtheid. Bekijken we de profielen iets meer in detail, dan vallen de volgende elementen op:
- winterbanden beschikken over een meer open profielvorm met veel dwarsgroeven en inkepingen;
- de profielblokken tellen tot wel zeven keer meer lamellen dan zomerbanden, die zich bij belasting openen en sluiten voor extra grip op ijs en sneeuw;
- diepere groeven, variërend tussen de 8 en de 10 mm, kunnen sneeuw en modder beter opnemen en afvoeren;
- visgraatprofielen ‘bijten’ zich vast in de sneeuw en boosten het zelfreinigende vermogen van de banden.
Al deze elementen samen hebben tot resultaat dat winterbanden zich vastgrijpen in de sneeuwkristallen en de ingesloten sneeuw zelfs gebruiken voor extra grip. Tegelijkertijd wordt het smeltwater effectief afgevoerd om aquaplaning te voorkomen.
Conclusie
De technische verschillen in rubbersamenstelling en profielontwerp zijn geen marketingdetails, maar direct bepalend voor veiligheid, grip en weggedrag. Winterbanden zijn speciaal ontwikkeld om onder winterse omstandigheden optimaal te presteren: niet alleen bij sneeuw, maar juist ook bij kou, natte wegen en ijzel. Het is deze combinatie van zachter rubber én een slimmer profielontwerp die winterbanden hun voordeel geeft ten opzichte van zomer- of allseasonbanden in koude maanden.
Met medewerking van Bridgestone, Profile en Traxio